Een medicijn hoort in de
apotheek en niet in de supermarkt.
Roermond (door Jan van Overveld)
Dagelijks smeren
tienduizenden Nederlanders een klinklaar geneesmiddel op hun brood, zonder dat
ze dit werkelijk nodig hebben.
Een kunstmatige boter,
die dikwijls gedachteloos of vanuit een soort automatisme wordt meegepakt uit
de schappen van de buurtsuper of de plaatselijke boter- en kaasboer.
Toch - zónder doktersadvies! - gebruiken ze dit botermerk, Becel Pro-activ van Unilever. Let wel: een medicijn! In de jarenlange, talrijke reclames van dit botermerk op tv en radio wordt er keer op keer bij gezegd: ‘Goed voor hart en bloedvaten!’ Tot veel gebruikers zónder deze medische indictie lijkt die boodschap echter niet door te dringen.
Dus smeren duizenden
er lustig op los, dag in dag uit. ’s Morgens begint het al met moeders die
boterhammen met chocoladepasta of leverworst voor hun schoolgaande kinderen,
onbedoeld, van een laagje met papa’s medicijn voorzien. En ook bij de lunch en
soms ook het avondmaal wordt de cholesterolremmer genuttigd door gezonde
mensen.