zaterdag 23 juli 2011

Goede doelen zijn niet open genoeg…

Waarom wij niet (méér) aan goede doelen geven

Publicist/journalist Joop Bouma schrijft in Trouw van 14 juli 2011 dat uit onderzoek blijkt dat ‘goede doelen’ nog steeds onvoldoende transparant zijn, met andere woorden dat ze niet open (en/of eerlijk?/JLa) zijn. Aan de mensen die geld geven (de donateurs) wordt niet dan wel onvoldoende inzicht gegeven wat er met hun geld gebeurt. Bouma schrijft dat Trouw in het najaar 2011 weer de top-50 van de beste goede doelen van Nederland publiceert. Ik ben nieuwsgierig… en ook argwanend.

Jarenlang hebben wij, vanuit onze overvloed zoals wij dat steeds omschreven, giften gegeven aan ‘goede doelen’. De daarmee verbandhoudende belastingaftrek werd gebruikt om méér te geven… Totdat we er achter kwamen dat met name de top en het management van die instellingen soms fabelachtige inkomens genoten. “Marktconform” heette (en heet!) dat. Een goede verdienste voor goede prestatie is wat ons betreft geen enkel bezwaar, dat wil echter niet zeggen, dat een directeur van een ‘goede doel’ een jaarsalaris van x-keer de Balkenende-norm moet verdienen. Verdienen: beter is het om hier te spreken van ‘krijgen’! Voor ons is dat de reden geweest om ons patroon van geven voor Goede Doelen drastisch aan te passen… Wij doen dat op onze wijze. Het is niet aan ons om hier richtlijnen te geven, ieder moet voor zich zelf weten aan wie en hoeveel geschonken wordt. Wij hebben als uitgangspunt genomen dat we in principe alleen nog geven aan die instellingen waarvan we (bijna) zeker weten dat ons bedrag nagenoeg voor 100% terecht komt bij het ‘doel’. Het CBF (Centraal Bureau Fondsenwerving) hanteert bepaalde normen voor wat betreft de te besteden bedragen voor het doel zelf en de hoogte van de kosten die daarmee verband houden. Wij gaan van andere (strakkere) normen uit: onze donatie moet zo mogelijk voor 100% terecht komen bij het betreffende doel. Als je dat als uitgangpunt neemt vallen tal van goede doelen af en blijven (naar onze mening) nog over de donaties aan echte kerkelijke- en/of godsdienstige- en humanitaire doelen. Voorbeelden hiervan zijn Wilde Ganzen, E.O. Metterdaad, Kerk in Actie. Onze kennis voor wat betreft de goede humanitaire doelen is beperkt, onze kennis is door de loop der jaren méér gefocust op de kerkelijke- en/of maatschappelijke soorten doelen... Wel kennen wij een project dat wij als humanitaire doel durven te noemen: Stichting Nyo Demaa Kafoo Gambyea (zie: www.metelkaarvoorgambia.nl).

Vrouwen zijn rond hun vijftigste brokkenmakers…

Maar toch: mannelijke bestuurders van 18-20 jaar vormen dé risicogroep

Op de website van AssurantieMagazine werd op 11 juli 2011 verwezen naar een onderzoek dat door autoverzekeraar Allsecur werd uitgevoerd. AM zet boven het bericht de tekst die ik hierboven ook heb gezet. Het nodigt uit tot een reactie… nu maar afwachten!
Het onderzoek van Allsecur wijst echter ook uit dat de ware risicogroep de mannelijke bestuurders tussen 18 en 20 jaar zijn. Hun hersenkwab waarin verantwoordelijkheidsgevoel zich bevindt is pas met 25 jaar volledig ontwikkeld…
Ik heb met interesse kennis genomen van het bericht op de website en de daarop volgende reacties van lezers (dat zullen, gelet op de doelgroep van AM, veelal de assurantiemensen in de ruimste zin des woords zijn).
Ik kan de publicatie ter lering en vermaak aanbevelen!