woensdag 23 november 2011

Ouder worden… soms een mooie tijd

Onderweg naar ouder worden is leuke periode

In gesprekken met ouderen (die ik de laatste jaren veel en nu nog in wat mindere mate voerde) hoorde en hoor je heel verschillende meningen over het ‘oud worden’ en het ‘oud zijn’. Er zijn mensen die met weemoed terug kijken op de tijd dat ze nog jong waren, de tijd dat ze alles nog konden, de tijd dat ze niet alleen waren. Er zijn ook heel wat mensen die dankbaar zijn voor alles wat ze nog hebben, voor alles wat ze nog kunnen, voor elke dag dat ze er nog zijn. Soms zijn er ook heel confronterende meningen, in de trant van ‘op deze wijze hoeft het voor mij niet meer’, ‘wat is hiervan de zin nog’, ‘het mag vandaag nog afgelopen zijn’. Het zal duidelijk zijn dat met name de laatste opmerkingen geen vrolijke gevoelens oproepen, niet bij degene die ze uitspreekt, ook niet bij degene die ze aanhoort. Het zijn vaak uitingen van het moment, alhoewel...?

Toch is onderweg naar het ouder worden een periode die de meesten onder ons als leuk hebben ervaren (en misschien nu nog steeds ervaren!). Ik moest daaraan denken toen een oudere (ze noemt zich zelf ‘bejaarde’, ik heb persoonlijk een hekel aan dat woord) me onlangs in een gesprek daarop wees. Ik herinnerde me toen meteen wat Mevrouw Jantine J. de Boer schreef in een column in ”Perspectief” (van 16.09.2011). Dit is het weekblad van de protestantse kerken in Apeldoorn.
In haar column verwoordt zij voor mijn gevoel op een humoristische maar treffende wijze de periode “onderweg naar het ouder worden”. Met genoegen (en uiteraard met toestemming) , laat ik u/je/jullie meegenieten:   

Ouder worden
Ouder worden heeft voordelen en nadelen. Dat zal niemand verbazen of betwisten. Je bent af van de onzekerheid van je jeugd, je hoeft je niet meer zo nodig te bewijzen. De mensen moeten je maar nemen zoals je bent. Dat kan je wel eens, ook nadat ze volwassen geworden zijn, kritiek van je kinderen ople­veren. Zuinigheid met vlijt is iets wat de hui­dige generaties niet (meer) kennen. Hoewel, in deze tijd zullen sommigen wel moeten. De bomen groeien niet meer tot in de hemel. En dan lijkt de levenswijze van de (groot)ouders toch zo gek nog niet. Niet direct dingen zoals kleding, schoenen, en andere gebruiksvoor­werpen weggooien. Niet onmiddellijk ieder elektronisch speeltje willen aanschaffen.
Ouder worden kan ook betekenen: grootou­der worden. En dat is pas leuk! Je hebt alleen de lusten, nauwelijks de lasten. Je hoeft niet teveel te verbieden en ze weten al snel wat bij opa en oma wel of niet mag. Hun manier van leven is weer anders dan die van je kinderen, nog sneller, nog meer gericht op alle nieuwe dingen die uitgevonden worden. Als oudere moet je wel oppassen dat je niet helemaal achter raakt, maar gelukkig hoef je niet echt mee in de ratrace.

In kleinkinderen kun je familietrekken herken­nen, zowel uiterlijk als innerlijk. Als grootou­ders kun je dan gezellig samen kibbelen van welke kant ze dat hebben: van wie die mu­zikale aanleg, van wie de leesgierigheid, het gevoel voor mode, voor architectuur, tech­niek, sport?

De zorgen over studies die niet goed lopen beleef je uit de tweede hand, je hoeft niet meer zelf naar oplossingen te zoeken. In te­gendeel, (klein)kinderen gaan oplossingen voor jou bedenken. Laat het onderhoud van de tuin toch over aan een tuinman. Neem een huishoudelijk hulp, laat iemand je helpen bij dit of dat. Wij doen dat wel even voor je. Op die manier krijg je zorg en liefde terug.

Soms vertellen kleinkinderen bepaalde din­gen eerder aan de grootouders dan aan de ouders. Dat gebeurde vroeger minder. Ik kan me niet herinneren, dat ik over persoonlijke dingen met mijn grootouders praatte. Dan ging het vooral over hun verleden en daar­voor heeft de jeugd van nu juist weer minder belangstelling. Zo heb ik ooit mijn oorlogs­herinneringen (bombardement Rotterdam, evacuatie Arnhem) voor hen op papier ge­zet, maar niemand heeft er veel over door­gevraagd. Ook de kinderen niet.

Ik vraag me wel eens af, als ik een kast of la aan het opruimen ben, wat ze zullen willen bewaren van onze herinneringen. Die rijen fotoalbums? Wie laat er nog foto's ontwikke­len, die staan toch op je computer? De oude boeken? Weg er mee. Die wandversieringen, de kunstvoorwerpen, de antieke meubels. Die passen niet meer in een modern interieur. Ik heb er in elk geval een lijst van gemaakt, dan weten ze wat ze weggooien!


Tot zover Jantine J. de Boer. Herken je het bij je zelf, bij je ouders of grootouders?

vrijdag 18 november 2011

Weigerambtenaar, kennen we die… ?

‘Wet is wet’ dat is niet het zelfde als ‘bevel is bevel’

Er is nog al wat te doen over de zogenaamde ‘weigerambtenaar’. Concreet komt het in mijn visie er op neer dat een trouwambtenaar het werk waarvoor hij zich beschikbaar heeft gesteld, moet uitvoeren als hem daarom gevraagd wordt. Hij is een werknemer van de gemeente en dus moet hij de gemeentelijke taken die overeen zijn gekomen uitvoeren.

De nadruk ligt voor mij bij de arbeidsovereenkomst die er is. Als de taak die uitgevoerd moet worden conform de inhoud van de overeenkomst is, dan is het voor mij duidelijk: uitvoeren, klaar! Als die taak is het sluiten van een huwelijk, wel, dan doet hij dat! Het maakt in mijn ogen dan ook niet uit of er is sprake is van een homo-huwelijk of soortgelijk of een huwelijk van man en vrouw. Dat een ambtenaar geen voorstander is van het huwelijk tussen man en man of vrouw en vrouw is zijn goed recht. Dat hij op godsdienstige gronden meent dat een huwelijk tussen deze groepen niet kan, is ook zijn zaak maar dat kan hij niet bindend en of dwingend opleggen aan anderen! Dat hij (of anderen) hier dan de uitdrukking ‘gewetensbezwaar’ aan verbind gaat mij wel wat ver…

Ik denk dat de zaak zoals die nu is geworden op de spits werd gebracht door enerzijds de (aangenomen) motie van o.a. Groen Links (‘weigerambtenarenen ontslaan’) en anderzijds door de ‘trouwambtenaren’ zelf.
Voor mij komt hier ook nog bij dat, meen ik, een (trouw-)ambtenaar alvorens een aanstelling te krijgen op de hoogte wordt gesteld van wat voor alle ambtenaren geldt: alle burgers zijn voor de overheid gelijk en moeten in gelijke gevallen dus ook gelijk worden behandeld… Uitzonderingen zijn niet mogelijk, dat men er naderhand de aanduiding “gewetensbezwaar” bij haalt gaat mij wel erg ver en raakt voor mijn gevoel kant noch wal. Als dat al zo is, wel dan neem je die functie toch niet! Dat deze “gewetensbezwaren” worden gekoppeld aan een geloofsvisie of aan een bepaalde kijk op het huwelijk staat een ieder vrij. Echter: ik hoef niet zo te denken, ik kan op grond van wat ik geloof in een dergelijke situatie geen enkel gewetensbezwaar vinden. Daarbij komt ook nog dat ik me niet kan voorstellen dat een echtpaar (man-man of vrouw-vrouw) getrouwd zou willen worden door een ambtenaar die grote bezwaren zou hebben tegen een homo-huwelijk! Blijft de vraag over: waar hebben we het hier dan over? 

Lessen over homoseksualiteit…een goede zaak?

Verplichte informatie over o.a. homo- en transseksualiteit op scholen

Op de televisie en ook anderszins is duidelijk geworden dat Minister van Bijleveld van onderwijs scholen wil (en gaat!) verplichten om aandacht te gaan besteden aan seksualiteit. Op zich is daar niets mis mee, ik vind het zelfs wel goed. Ik acht het beter dat kinderen op school dan op straat hun kennis op doen, nog beter is het om een combinatie van thuis en op school te hebben.  In het lesprogramma moet met name aandacht geschonken worden aan homo- en transseksualiteit. Ik leid uit wat hierover geschreven en gesproken wordt af dat dit tot dusver niet altijd en wellicht ook niet overal al voldoende gebeurt. Om een en ander te bereiken worden de ‘kerndoelen’ aangescherpt.

In 2009 werd in de Kamer een motie aangenomen waarin werd besloten dat er neer aandacht besteed moest worden aan ‘seksualiteit en seksuele diversiteit’.  Aan die motie is naar de mening van velen nog steeds niet niet of niet voldoende uitvoering gegeven. Naar werd gezegd, ik heb dat niet gecontroleerd!, zou de Minister bang zijn om scholen te gaan verplichten voorlichting te gaan geven over allerlei maatschappelijke onderwerpen; ze zou, zo werd gezegd, ernstig rekening willen houden met stromingen die zich om godsdienstige redenen verzetten tegen lessen over homoseksualiteit… 

De Minister heeft nu bakzeil gehaald, ze heeft toegezegd de verplichting zo snel mogelijk op te leggen. Ik denk dat het een juiste beslissing is.
In de berichtgeving die ik op t.v. en internet en in de kranten over dit onderwerp lees, komt ook iets heel bijzonders naar voren. Ik bespeur dat er in reacties en commentaren met een opgeheven vingertje en of een knikje van het hoofd in de richting van de met name christelijke / reformatorische scholen wordt gewezen en gekeken. Daar zou de voorlichting wel op een laag pitje staan, denkt men.  Ik lees echter nog meer: Uit  onderzoek is gebleken dat ruim 60% van de jongeren op de school nooit voorlichting ontvangt over homoseksualiteit. Het aantal zelfmoordpogingen van homojongeren is vier keer zo hoog als dat van heteroscholieren.  Ooit zei Boris van der Ham, destijds Kamerlid voor D66 dat driekwart van de homojongeren wordt gepest of in elkaar geslagen…

Voor mij is wel duidelijk dat voorlichting de hoogste urgentie moet hebben. De levensbeschouwelijke scholen, waartoe ik de scholen van christelijke signatuur in de meest uitgebreide zin reken, hebben hier een taak! Maar zij niet alleen: hoe is het gesteld met de voorlichting op de ‘openbare’ scholen?  Ik heb sterk de indruk dat ook daar een verbetering wenselijk is. Hoe ik daar bij kom?  Wel: de 60%  die ik hiervoor noemde, kan nooit alleen uit de levensbeschouwelijke richting komen… 

dinsdag 15 november 2011

Markttoezichthoudersberaad… (vervolg)

Markttoezichthouders doen aanbevelingen voor effectiever toezicht

Naar aanleiding van het Markttoezichthoudersberaad (zie mijn eerdere publicatie) heeft ook het College Bescherming Persoonsgegevens een zogenaamde mededeling op de website gezet.
Het is interessant, je moet er echter wel in geïnteresseerd zijn! Voor zij die dat zijn is hier de link:
http://www.cbpweb.nl/Pages/med_20111114_markttoezichthoudersberaad.aspx

Ook de notitie is hier te downloaden (pdf):
http://www.cbpweb.nl/downloads_med/med_20111114_MTB_inbreng_KVOTIII_110905.pdf

Markttoezichthoudersberaad… wat is dat?

De consument moet (steeds beter) beschermd worden

Er is zoals algemeen bekend is toezicht van of namens de overheid op banken, verzekeraars, ziekenhuizen, zorgverleners, enz. enz. Wat het doel van deze toezichthouders is, is duidelijk omschreven in WikipediA: toezichthouder is een door de overheid aangesteld, onafhankelijk en onpartijdig instituut dat toeziet op naleving van wet- en regelgeving door organisaties. Toezicht wordt gedefinieerd als het verzamelen van informatie over de vraag of een handeling of zaak voldoet aan de daaraan gestelde eisen, het zich daarna vormen van een oordeel daarover en het eventueel naar aanleiding daarvan interveniëren. 

We hebben in ons land heel wat ‘toezichthoudende’ instanties. Ik noem een aantal bekende: Agentschap Telecom;(AT); Algemene Inspectiedienst(AID); Autoriteit Financiële Markten (AFM); College Bescherming Persoonsgegevens (CBP); Consumentenautoriteit (Ca); De Nederlandsche Bank;(DNB); Nederlandse Mededingingsautoriteit(NMa); Nederlandse Zorgautoriteit(NZa);Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW); Voedsel en Waren Autoriteit VWA).

Er zijn er nog meer…

woensdag 9 november 2011

Mauro Manuel... waan van de dag?

Dat was dat, nu maar weer over tot de orde van de dag!

Het gedoe over Mauro en alles wat daar direct of indirect betrekking op heeft gehad, heeft duidelijk laten zien dat niet alleen politici maar ook de pers (televisie, dagblad, radio) nooit objectief is, kan zijn en zal zijn. Tot vervelens toe werd het ‘drama’ Mauro naar voren gebracht, soms werd de jongen er zelf als het ware met de haren bijgesleept… Bijna altijd ging het over of werd er naar toe gepraat en geschreven dat de boze minister Leers de schuld van alles was en dat er tegen hem aangeschopt moest worden… Wat sommigen (inclusief programmamakers en journalisten) ook behoorlijk deden.

Dat er daardoor reacties, vóór en tegen uitzetting of een middenweg kiezend, kwamen was begrijpelijk. Als je kijkt welke zinnige en zinvolle opmerkingen in de lezersrubrieken in de kranten of op fora werden geschreven liet je het gevoel krijgen dat we toch een sociaal voelend volkje zijn… De keerzijde: als je kijkt wat er voor stompzinnige, vieze, vuile, krenkende enz. opmerkingen in dezelfde lezersrubrieken en fora werden geschreven liet je het gevoel krijgen dat we per saldo een a-sociaal-voelend en intolerant volkje zijn… Probeer daar nu maar eens uit wijs te worden, dat valt niet mee, het vergt inspanning.

Nu de affaire Mauro gelukkig wat naar de achtergrond is geraakt komen er af en toe ook wat eerlijker en tot nadenken aanzettende reacties naar voren.
Een regelmatige ’column’-schrijver in Trouw is de heer Jan ten Hove; feitelijk is hij geen column-schrijver maar ‘gewoon’ lezer uit Sint-Jansklooster. Hij heeft vroeger voor Trouw gewerkt/geschreven; zijn schrijfsels vind ik vaak juweeltjes.

Grotere letters, beter te lezen…

In overleg is veel mogelijk

Het ouder worden brengt af en toe wat ongemakken mee: de mensen in je omgeving gaan zachter praten (…), men gebruikt kleinere letters in boeken en kranten (…), de deurbel is waarschijnlijk ook aan vervanging toe en de beltoon van de telefoon is ook niet  meer jé-van-het (…).

Tot overmaat van ramp is ook de inhoud van mijn webblog niet meer zo goed te lezen werd me verzekerd (“ben je een kleiner lettertype gaan gebruiken?”); aan dit laatste kan ik wat doen. Of er aan de andere ‘klachten’ wat is te doen is niet aan mij om te beoordelen!

Na overleg met andere lezers heb ik besloten een groter lettertype te nemen, dat zal gelden voor de nieuwe berichten… Tussen de bedrijven door zal ik de oudere berichten van dat grotere lettertype voorzien. Dat kost tijd… u merkt van zelf als alles is aangepast...
 
Hopelijk nu weer meer leesplezier..!
   

maandag 7 november 2011

C.I.Z.: een bureaucratisch monster…?

"VVD wil af van centrum voor zorgindicaties"

Deze kop stond in Trouw van 5 november j.l. Uiteraard was ik meteen geïnteresseerd vanwege mijn werkzaam verleden. Het VVD-Kamerlid Venrooy-van der Ark zegt: “Wij willen er vanaf, helemaal. Het C.I.Z. was een mooi idee, maar de uitwerking is desastreus”. Zij zal voorstellen om het C.I.Z. helemaal af te gaan schaffen.

Wat is het C.I.Z.? Veel mensen kennen deze afkorting, het staat voor Centrum Indicatiestelling Zorg.  Niet altijd wordt er positief over deze instelling gedacht. Wie ooit met de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) in aanraking is geweest kent de instelling en zal zich herinneren de ellenlange formulieren die bij een aanvraag voor hulp (b.v. opname in een verpleeghuis) ingevuld moeten worden. Daarna was (en is) het maar afwachten welk antwoord uit de bureaucratische molen komt, meestal omschreven als ‘u heeft recht op ….. zorg …. voor zoveel uren in de week’ of iets in die trant.

Om iets meer gewaar te worden heb ik gekeken op de website van het C.I.Z. Ik lees daar:

"Het CIZ beoordeelt of mensen recht hebben op AWBZ-zorg. Dit gebeurt op basis van objectieve criteria, zodat de beoordeling overal in het land hetzelfde is. Deze criteria zijn een vertaling van de richtlijnen van het ministerie van VWS. Het CIZ bestaat sinds 2005. De organisatie heeft 1900 medewerkers en heeft vestigingen door het hele land.

Indicaties stellen en toetsen.
In veel gevallen geeft een zorgaanbieder een herindicatie, die vervolgens onafhankelijk getoetst wordt door het CIZ. Mensen in complexe situaties krijgen een indicatie van het CIZ zelf. Indien nodig gebeurt dit integraal, door ook andere regelingen dan de AWBZ en de woon- en leefomstandigheden bij de indicatie te betrekken.

Informeren.
De onafhankelijke gegevens over de zorgsector die het CIZ verzamelt, zijn van belang voor budgetbewaking en nieuw beleid. Het CIZ informeert diverse partijen over verschuivingen in toegekende AWBZ-zorg door beleidswijzigingen en veranderingen in de bevolkingssamenstelling."

Sinds de instelling van het C.I.Z., uiteraard met de beste bedoelingen, is het naar ik heb begrepen steeds meer een log monster geworden. Er worden uniforme regels gehanteerd, op zich is dat wel goed, echter niet altijd kun je daar mee uit de voeten.  Sabine Uitslag, CDA-Kamerlid noemde enige tijd geleden het CIZ ‘een bureaucratisch monster’ en wilde hervorming van de instelling. De SP wil, evenals de VVD, van het CIZ af.

Als dat zou gebeuren, is het weer een terug naar af… vroeger was het de huisarts als de meest aangewezen persoon die de indicatie stelde voor de te verlenen hulp, veelal in of na overleg met de zorgverlener. De lijnen waren kort, met alle voordelen van dien. Tegenwoordig is het anders, er zijn nu twee systemen: als je ziek bent ga je naar de huisarts, wil je awbz-hulp (b.v. verpleeghuis) dan moet je naar het CIZ.
In de gedachtengang van het VVD-Kamerlid wordt de huisarts weer de poortwachter voor alle vormen van zorg, lang- en/of kortdurend…

Ik ben benieuwd hoe e.e.a. zal worden… dat er wat moet gebeuren is voor mij duidelijk!

donderdag 3 november 2011

Meten met (verschillende) maten…

Acceptatie van mede-Nederlanders lukt nog niet overal  

Het is inmiddels zo’n vijftig jaar geleden dat de eerste ‘buitenlanders’ hier als gastarbeiders werden binnen gehaald. Het waren mensen uit Turkije. Sinds die tijd zijn er heel wat ‘buitenlanders’ gevolgd. Met alle voordelen en nadelen van dien... Ze kwamen aanvankelijk om o.a. het werk te doen wat Nederlanders niet wilden doen… Veel gastarbeiders zijn inmiddels mede-landgenoten geworden, onderdeel van en behorende tot onze samenleving! Ik moest hieraan denken toen ik in Perspectief (het weekblad voor de PKN-gemeenten in Apeldoorn) van 21 oktober 2011 de column “Kruid(t)Koek” las met als de titel “Twee maten”. De schrijver is Pier Slump. Hij schrijft:

Bij het 'meten met twee maten' gaat het om ongelijke behandeling. Men legt niet voor een ieder dezelfde normen aan, maar han­teert verschillende normen voor verschillende mensen. Dat is onrechtvaardig. In de rubriek "Zoals gezegd" in dit blad las ik, dat volgens de Statenvertaling dit meten met twee maten een 'gruwel' in Gods ogen is. In die rubriek werd verwezen naar Spreuken 20, waar staat: “Tweeërlei weegsteen, tweeërlei efa is den HEERE een gruwel, ja die beide.” Toch bezon­digen wij ons allemaal wel eens aan zoiets. Neem het volgende voorbeeld:

Velen van ons ergeren zich er aan dat onze mede-Nederlanders, afkomstig uit Turkije, Ma­rokko of anderszins, een stukje van hun eigen cultuur vasthouden. Wanneer zij bijvoorbeeld hun kinderen naast Nederlands ook de eigen landstaal leren. Of wanneer zij in bepaalde stadswijken zich onvoldoende mengen met ons autochtonen. Kortom: wanneer zij onvol­doende assimileren. Wij vinden dan met z'n allen dat de multiculturele samenleving is mis­lukt en spreken daar dan schande van. Som­mige leden van de Tweede Kamer voorop.

Onze zoon woont in Sydney. Een stad van bijna vijf miljoen inwoners. Inwoners die geko­men zijn uit vele landstreken van deze aarde. Zo is daar een Italiaanse wijk, waar je heer­lijke pizza's kunt eten en waar je op straat veel Italiaans hoort, een Indiase wijk met heerlijk­heden uit dat land (kip tandoori bijvoorbeeld). En er is een Chinatown waar geen 'nee' te koop is, een deftige Engelse buurt en een En­gelse volksbuurt, enzovoort enzovoort. Al die wijken hebben een eigen kleur, een eigen cul­tuur. Iedereen vindt dat normaal. Wij ook. Familie van mij woont in een voorstad van New York (USA). De jongsten van hen (8-14 jaar) zijn inmiddels vijfde generatie Amerikanen. Hun grootouders, daar geboren en getogen, worden door hen nog 'pake' en 'beppe' ge­noemd. In hun stad staat een 'Holland House' waar allerlei activiteiten plaats vinden voor de Nederlandse Amerikanen, en het spreekt voor zich dat men in deze groep immigranten nog steeds Nederlands spreekt. Niemand kijkt daar van op. Ook wij niet.

In onze eigen stad (dorp) Apeldoorn kennen wij zelfs een 'Fryske Krite' voor de Friezen en een Zeeuwse Vereniging. We weten dus heel goed wat het betekent om een stukje eigenheid te hebben. Waarom ergeren velen van ons zich dan zo aan onze mede-Nederlanders wanneer zij zich net zo gedragen als immigranten in an­dere landen? Waarom gunnen wij hen niet een klein beetje eigen culturele ruimte? Ik vind het kortzichtig, intolerant, on-Nederlands, een typisch voorbeeld van 'het meten met twee ma­ten' en een 'gruwel' in mijn ogen.

Tot zover Pier Slump…

Ik denk dat hij hier een heel grote spijker op de kop slaat!

woensdag 2 november 2011

Orgel in de kerkzaal van U.M.C. Groningen…

Een echt orgel tijdens de kerkdiensten

In oktober werd in de kerkzaal van het Universitair Medisch Centrum te Groningen een orgel van Gray & Davison uit 1872 in gebruik genomen. Het orgel werd gerestaureerd en geplaatst door Orgelmakerij Van der Putten B.V. te Finsterwolde. Voor niet-orgelfans is dit misschien niet zo bijzonder, voor mij wel. Ik weet dat er onder mijn lezers ook zijn die zich voor deze muziekinstrumenten in de ruimste zin van het woord interesseren, voor hen met name is dit artikel bedoeld.

Het orgel is opgeleverd in 1872; na diverse omzwervingen werd het in 1977 aangekocht door de organist Nico de Raad uit Katwijk. Hij heeft het gemonteerd, met behulp van anderen. In mei 2011, zeven jaren na het overlijden van Nico de Raad, is het orgel aangekocht door het UMCG. Op zondag 9 oktober 2011 is het feestelijk in gebruik genomen.

Voor meer informatie verwijs ik naar het artikel op de website van Orgelnieuws.nl. De link is: http://www.orgelnieuws.nl/wcms/modules/news/article.php?storyid=4593.