donderdag 3 november 2011

Meten met (verschillende) maten…

Acceptatie van mede-Nederlanders lukt nog niet overal  

Het is inmiddels zo’n vijftig jaar geleden dat de eerste ‘buitenlanders’ hier als gastarbeiders werden binnen gehaald. Het waren mensen uit Turkije. Sinds die tijd zijn er heel wat ‘buitenlanders’ gevolgd. Met alle voordelen en nadelen van dien... Ze kwamen aanvankelijk om o.a. het werk te doen wat Nederlanders niet wilden doen… Veel gastarbeiders zijn inmiddels mede-landgenoten geworden, onderdeel van en behorende tot onze samenleving! Ik moest hieraan denken toen ik in Perspectief (het weekblad voor de PKN-gemeenten in Apeldoorn) van 21 oktober 2011 de column “Kruid(t)Koek” las met als de titel “Twee maten”. De schrijver is Pier Slump. Hij schrijft:

Bij het 'meten met twee maten' gaat het om ongelijke behandeling. Men legt niet voor een ieder dezelfde normen aan, maar han­teert verschillende normen voor verschillende mensen. Dat is onrechtvaardig. In de rubriek "Zoals gezegd" in dit blad las ik, dat volgens de Statenvertaling dit meten met twee maten een 'gruwel' in Gods ogen is. In die rubriek werd verwezen naar Spreuken 20, waar staat: “Tweeërlei weegsteen, tweeërlei efa is den HEERE een gruwel, ja die beide.” Toch bezon­digen wij ons allemaal wel eens aan zoiets. Neem het volgende voorbeeld:

Velen van ons ergeren zich er aan dat onze mede-Nederlanders, afkomstig uit Turkije, Ma­rokko of anderszins, een stukje van hun eigen cultuur vasthouden. Wanneer zij bijvoorbeeld hun kinderen naast Nederlands ook de eigen landstaal leren. Of wanneer zij in bepaalde stadswijken zich onvoldoende mengen met ons autochtonen. Kortom: wanneer zij onvol­doende assimileren. Wij vinden dan met z'n allen dat de multiculturele samenleving is mis­lukt en spreken daar dan schande van. Som­mige leden van de Tweede Kamer voorop.

Onze zoon woont in Sydney. Een stad van bijna vijf miljoen inwoners. Inwoners die geko­men zijn uit vele landstreken van deze aarde. Zo is daar een Italiaanse wijk, waar je heer­lijke pizza's kunt eten en waar je op straat veel Italiaans hoort, een Indiase wijk met heerlijk­heden uit dat land (kip tandoori bijvoorbeeld). En er is een Chinatown waar geen 'nee' te koop is, een deftige Engelse buurt en een En­gelse volksbuurt, enzovoort enzovoort. Al die wijken hebben een eigen kleur, een eigen cul­tuur. Iedereen vindt dat normaal. Wij ook. Familie van mij woont in een voorstad van New York (USA). De jongsten van hen (8-14 jaar) zijn inmiddels vijfde generatie Amerikanen. Hun grootouders, daar geboren en getogen, worden door hen nog 'pake' en 'beppe' ge­noemd. In hun stad staat een 'Holland House' waar allerlei activiteiten plaats vinden voor de Nederlandse Amerikanen, en het spreekt voor zich dat men in deze groep immigranten nog steeds Nederlands spreekt. Niemand kijkt daar van op. Ook wij niet.

In onze eigen stad (dorp) Apeldoorn kennen wij zelfs een 'Fryske Krite' voor de Friezen en een Zeeuwse Vereniging. We weten dus heel goed wat het betekent om een stukje eigenheid te hebben. Waarom ergeren velen van ons zich dan zo aan onze mede-Nederlanders wanneer zij zich net zo gedragen als immigranten in an­dere landen? Waarom gunnen wij hen niet een klein beetje eigen culturele ruimte? Ik vind het kortzichtig, intolerant, on-Nederlands, een typisch voorbeeld van 'het meten met twee ma­ten' en een 'gruwel' in mijn ogen.

Tot zover Pier Slump…

Ik denk dat hij hier een heel grote spijker op de kop slaat!